Het uitwisselingskompas in de praktijk
Een model is een mooie basis, maar uiteindelijk gaat het om de bruikbaarheid ervan in de praktijk. En dat roept de vraag op: Hoe is het model in de praktijk te gebruiken? En hoe hangt het uitwisselingskompas samen met het lagenmodel van Nictiz? Het simpele antwoord op die laatste vraag is, de twee modellen vullen elkaar aan. De modellen zijn samen te gebruiken om te zorgen voor vertrouwen bij het uitwisselen van medische informatie. Op deze pagina lichten we dit verder toe door stap voor stap het proces van het ontwerpen van een uitwisseling te doorlopen.
Wanneer gebruik je het uitwisselingskompas?
Als twee of meer zorgverleners samen een patiënt moeten behandelen is het van belang om van elkaar te weten over welke medische informatie zij beschikken. Daarvoor kan het nodig zijn om gegevens met elkaar te delen. Er moet dan een zorgtoepassing ontworpen worden, die het opvragen en beschikbaar stellen van gegevens mogelijk maakt. Welke gegevens precies gedeeld mogen worden, en onder welke voorwaarden, is aan wet- en regelgeving gebonden. Daar moeten afspraken over gemaakt worden. De zorgaanbieders kunnen hiervoor samen een aantal stappen doorlopen.
Hoe gebruik je het uitwisselingskompas?
Het uitwisselingskompas kan samen met het lagenmodel van Nictiz gebruikt worden als checklist om na te gaan of zorgverleners vertrouwd gegevens beschikbaar kunnen stellen en kunnen opvragen. Het lagenmodel van Nictiz laat zien op welke lagen zorgaanbieders afspraken met elkaar moeten maken om gegevens met elkaar te kunnen delen. Het uitwisselingskompas vult dit model aan en laat in één oogopslag zien over welke kernonderdelen afspraken moeten worden gemaakt.
Om na te gaan of aan alle onderdelen voor een vertrouwde uitwisseling van gegevens is voldaan kunnen de zorgverleners die gegevens met elkaar gaan delen samen het onderstaande stappenplan doorlopen. In dit stappenplan worden beide modellen gebruikt. Hoewel de stappen in een volgorde doorlopen worden, is het een iteratief proces. Alle onderdelen in het proces beïnvloeden elkaar.
Stap 1: Definieer de concrete zorgtoepassing aan de hand van het lagenmodel.
Het ontwerp van een zorgtoepassing begint bij het definiëren van de concrete uitwisseling. Dit wordt gedaan door de lagen van het lagenmodel af te lopen. Hierbij komen vragen aan de orde als:
- Wat is het doel van de samenwerking, welk vraagstuk moet er opgelost worden?
- Welke gegevens worden uitgewisseld?
- Hoe ziet het zorgproces en samenwerkingsproces eruit?
- Bestaat er een kwaliteitsstandaard en/of informatiestandaard voor deze uitwisseling?
- Welke applicaties en koppelvlakken zijn er bij de uitwisseling betrokken?
- Welke (technische) beveiligingsmaatregelen worden er getroffen?
- Past de oplossing binnen de wettelijke kaders?
Stap 2: Breng de betrokkenen in kaart
Wanneer de concrete uitwisseling is gedefinieerd, kan er ingezoomd worden op de vraag welke partijen er met elkaar gaan uitwisselen. Vaak is deze vraag al (deels) beantwoord in de eerste stap. Hierbij is het niet alleen van belang om te identificeren om welke zorgaanbieders het gaat, maar ook om vast te stellen welke typen zorgverleners en medewerkers er bij de uitwisseling betrokken zijn.
Welke partijen met elkaar gaan uitwisselen bepaalt tussen wie er afspraken gemaakt moeten worden en hoe deze worden vastgelegd.
Hierbij zijn drie verschillende mogelijkheden:
- Afspraken binnen een zorgaanbieder (vastgelegd in intern beleid)
- Afspraken tussen een aantal zorgaanbieders (vastgelegd in een contract of overeenkomst)
- Afspraken tussen veel zorgaanbieders (vastgelegd in een afsprakenstelsel)
Afspraken binnen een zorgaanbieder
Op het moment dat de medische informatie alleen binnen de eigen zorgaanbieder gedeeld wordt met collega’s, kijken we naar de bovenste laag van het uitwisselingskompas, ook wel het vertrouwensmodel. Er moeten over de kernonderdelen van de bovenste laag afspraken gemaakt worden binnen de zorgaanbieder en deze worden vastgelegd in het interne beleid. Elke organisatie moet immers intern afspreken hoe medewerkers geïdentificeerd en geauthentiseerd worden, hoe men komt tot autorisaties en hoe die autorisaties eruitzien, hoe een patiënt inzicht kan krijgen in zijn gegevens en wie deze heeft ingezien, et cetera. Het doel van deze afspraken is om voor vertrouwen tussen patiënten en andere stakeholders, zoals medewerkers en toezichthouders, te zorgen.
Afspraken tussen een beperkt aantal zorgaanbieders
Wanneer er uitwisselingen plaatsvinden tussen twee of een beperkt aantal zorgaanbieders, zullen zij afspraken moeten maken over de beide lagen van het uitwisselingskompas. Het doel van deze afspraken is om vertrouwen te creëren tussen de zorgaanbieders onderling en tussen de patiënt en de zorgaanbieder(s). Deze afspraken worden door zorgaanbieders bij voorkeur vastgelegd in contracten of overeenkomsten. Een voorbeeld hiervan is de Twiin modelovereenkomst.
Afspraken tussen veel zorgaanbieders
Wanneer er uitwisselingen plaatsvinden tussen veel zorgaanbieders wordt het onmogelijk om met alle betrokken zorgaanbieders en patiënten gezamenlijk afspraken te maken. Afspraken over alle onderdelen van het uitwisselingskompas worden dan vaak vastgelegd in afsprakenstelsels. Als zorgaanbieder kun je je aansluiten bij zo’n afsprakenstelsel. Je moet dan aan de eisen van het afsprakenstelsel voldoen. Voorbeelden van afsprakenstelsels zijn het AORTA afsprakenstelsel voor het LSP en het Twiin Afsprakenstelsel. Om het vertrouwen in het afsprakenstelsel te borgen worden afsprakenstelsels beheerd en doorontwikkeld. Op deze manier blijven de stelsels voldoen aan wet- en regelgeving, ook bij veranderingen in de omgeving. Daarnaast wordt gecontroleerd of de partijen blijvend voldoen aan de afspraken, bijvoorbeeld doormiddel van kwalificaties en audits.
De meerwaarde van Generieke functies
Een generieke functie is “een functie die zorgbreed voor meerdere toepassingsgebieden nodig is om vindbaarheid, toegankelijkheid, interoperabiliteit of hergebruik van gegevens te kunnen realiseren”3. Bij uitwisselingen tussen veel zorgaanbieders wordt de meerwaarde van generieke functies duidelijk. De kernonderdelen van het uitwisselingskompas zijn van belang bij elke uitwisseling en kunnen landelijk worden uitgewerkt tot een generieke functie. Dit zorgt ervoor dat het kernonderdeel niet voor elke samenwerking opnieuw ontworpen hoeft te worden. Deze onderdelen worden op dit moment landelijk als generieke functie uitgewerkt in NEN-normen, die door de Wet Elektronische Gegevensuitwisseling In de Zorg (WEGIZ) verplicht zullen worden. Daarnaast is voor een aantal onderdelen ook gekozen voor de invulling van de generieke functie door een gemeenschappelijke voorziening (zoals bijvoorbeeld de toestemmingsvoorziening Mitz).
Stap 3: De bovenste laag van het uitwisselingskompas
Nu de uitwisseling is gedefinieerd en de betrokkenen geïdentificeerd zijn, kunnen we kijken naar de onderdelen van de bovenste laag van het uitwisselingskompas. Het doel hiervan is te bepalen of, en hoe, aan de verschillende onderdelen is voldaan in het ontwerp van de oplossing. Het handigst is om te beginnen bij identificatie en van daaruit met de klok mee alle kernonderdelen langs te lopen. Bij elk kernonderdeel kan een aantal vragen gesteld worden:
- Op welke wijze wordt invulling gegeven aan dit kernonderdeel?
- Is dit kernonderdeel (voldoende) afgedekt?
- Welke (andere) mogelijke oplossingen of invullingen zijn er om dit kernonderdeel vorm te geven?
- Voldoet de gekozen oplossing voor dit kernonderdeel aan wet- en regelgeving?
- Is de gekozen oplossing voor dit kernonderdeel generiek? (Ook toepasbaar op andere zorgtoepassingen en uitwisselingen)
- Heeft de gekozen oplossing voor dit kernonderdeel gevolgen voor andere kernonderdelen van het uitwisselingskompas, of het ontwerp op het lagenmodel (bijvoorbeeld voor het werkproces)?
- Wat betekent de gekozen oplossing voor dit kernonderdeel voor alle betrokken zorgaanbieders, zorgverleners en de patiënt?
Stap 4: De onderste laag van het uitwisselingskompas
Wanneer er invulling is gegeven aan de onderdelen uit de bovenste laag van het model kan naar de onderste laag worden gekeken. Dit is alleen relevant als het gaat om een uitwisseling tussen meerdere zorgaanbieders. Vragen die bij de onderste laag gesteld kunnen worden zijn:
- Op welke wijze wordt invulling gegeven aan dit kernonderdeel?
- Is dit kernonderdeel (voldoende) afgedekt? Is er bijvoorbeeld sprake van overbevraging en zijn er goede afspraken gemaakt over de vindbaarheid van gegevens?
- Welke (andere) mogelijke oplossingen of invullingen zijn er om dit kernonderdeel vorm te geven?
- Voldoet de gekozen oplossing voor dit kernonderdeel aan wet- en regelgeving?
- Is de gekozen oplossing voor dit kernonderdeel generiek? (Ook toepasbaar op andere zorgtoepassingen en uitwisselingen)
- Heeft de gekozen oplossing voor dit kernonderdeel gevolgen voor andere kernonderdelen van het uitwisselingskompas of het ontwerp op het lagenmodel (bijvoorbeeld voor het werkproces)?
- Wat betekent de gekozen oplossing voor dit kernonderdeel voor alle betrokken zorgaanbieders, zorgverleners en de patiënt?
Meer informatie
Heeft u vragen over het uitwisselingskompas? Neem dan contact op!