Actueel
VZVZ herziet architectuurvisie met tweesporenbeleid
Als bedrijfsarchitecten kijken Ben, Wouter en Pieter naar de dagelijkse zorgpraktijk en de processen die daar ondersteund moeten worden. “Naar de echte wereld dus en dan het globale plaatje”, legt Wouter uit. “Hoe het er vervolgens technisch uit komt te zien, is de taak van solutionarchitecten.” “Wij kijken wat de gebruikers – in dit geval de patiënten en zorgverleners – nodig hebben”, vult Ben aan. “Om meerwaarde toe te voegen”, zegt Pieter. Ze benadrukken dat bedrijfsarchitecten op conceptueel niveau opereren. En dat is ook het niveau van de architectuurvisie van VZVZ. “We hebben het niet over producten.”
Behoefte patiënt en zorgverlener is uitgangspunt
De meerwaarde die Pieter noemt is een belangrijk gegeven. “Alles wat we doen, doen we voor de individuele patiënt en de individuele zorgverlener. Hun behoefte is het uitgangspunt. Een patiënt wil goede zorg krijgen, een zorgverlener wil goede zorg geven. Informatieoverdracht is daarin heel belangrijk. Een zorgverlener heeft de juiste informatie nodig om zijn of haar werk goed te kunnen doen.” En daarin zit de crux. Want die informatieoverdracht is niet meer zo eenduidig als het een aantal jaar geleden nog was. Ben: “De zorg verandert. Bij één patiënt zijn vaak meerdere zorgverleners betrokken. Netwerkzorg en multidisciplinair samenwerken zijn de standaard. Er wordt gekeken naar de hele levensloop van een patiënt. En die patiënt is ook veel meer betrokken in het eigen zorgpad. Heel zwart-wit gezegd: de tijd dat een zorgverlener collega’s een samenvatting van een behandeling stuurde, en dat daarmee de kous af was, is voorbij.”
Betrouwbaar en veilig kan schuren
De zorg en daarmee ook de zorg-ICT zijn dus volop in ontwikkeling. De overheid stimuleert dit. “Het Integraal Zorgakkoord (IZA) is er heel duidelijk over: hybride zorg is een van de manieren om de kosten van de zorg beheersbaar te houden”, vervolgt Ben. “Daar wordt dus volop op ingezet.” Tegelijkertijd moeten al die digitale ontwikkelingen aan strenge regels voldoen. “Logisch, want de informatieoverdracht moet wel betrouwbaar en veilig zijn”, zegt Wouter. “Maar dat kan flink schuren. Want voldoen aan alle wet- en regelgeving – én aan de visie van zorgaanbieders en ICT-leveranciers – duurt jaren. En vraagt om een enorme investering.” “En al die tijd beschikken zorgverlener en patiënt niet over de informatie die ze nodig hebben”, vult Ben aan. “Dat staat goede zorg in de weg.”
Modus 1 en modus 2
Wil VZVZ dan maar inboeten aan betrouwbaarheid en veiligheid? Wouter: “Zeker niet. Maar de manier om daar te komen veranderen we wel. Onze herziene architectuurvisie is gebaseerd op een tweesporenbeleid. Met modus 1 blijven we netjes voldoen aan de wet- en regelgeving met alle belemmeringen en beperkingen die daarbij horen. Maar daarnaast hebben we nu ook modus 2, waarin we ons flexibeler opstellen, zodat we sneller kunnen reageren op nieuwe behoeften uit de zorg- en ICT-wereld.”
Op kleine schaal proberen
Ben omschrijft modus 2 als ‘een omgeving waar we wat kunnen proberen, op kleine schaal’. “Met modus 1 blijven we betrouwbaar en degelijk. Maar als we ons alleen daarop richten zijn we niet wendbaar en kunnen we niet inspelen op de markt.” “Met modus 2 kunnen we een bepaalde behoefte aan informatievoorziening zo snel en veilig mogelijk op gang brengen”, voegt Pieter toe. “Zodat patiënt en zorgverlener niet jaren hoeven te wachten. Want dat zou onacceptabel zijn. Om vervolgens vanuit modus 2 toe te werken naar modus 1.”
Generieke functies apart inzetbaar
De versnelling die hiermee mogelijk wordt, is welkom. Want de zorg-ICT heeft nog een lange weg te gaan, aldus Ben. “Er zijn al wel zorginformatiestructuren. Maar die zijn vaak lokaal of regionaal, naast een paar landelijke. Die wisselen niet of beperkt informatie met elkaar uit. En dat belemmert de samenwerking tussen zorgverleners.” Dat brengt Wouter op de tweede component van de herziene architectuurvisie. “Om al die verschillende systemen te koppelen zijn generieke functies nodig. In het LSP – ons belangrijkste product in modus 1 – zit dat allemaal in één. Dat gaan we nu ook anders doen. We knippen al die functies – zoals identificatie, toestemming en adressenboek – los van het LSP. Zodat we ze in modus 2 apart kunnen doorontwikkelen en ze ook apart inzetbaar zijn. Wat weer fijn is voor gebruikers, want die hoeven deze functies niet zelf te ontwikkelen.” Het Twiin Afsprakenstelsel verbind de lokale, regionale, landelijke zorginformatiestructuren én de losse functies met elkaar. Zodat alle informatie voor de zorgverleners, en uiteindelijk ook voor de patiënt, beschikbaar komt.
Naar elkaar toegroeien
“We beseffen dat onze herziene architectuurvisie wat vergt van onze organisatie en onze mindset”, zegt Wouter. “We zijn gewend risicoloos te werken en procedures na te leven. Modus 2 vraagt om iets anders.” Ben: “Ook de buitenwereld zal moeten wennen. Het beeld is nu wel dat we star zijn, door onze degelijkheid. En dat we alleen maar streven naar volledig voldoen aan de wet- en regelgeving.” “Misschien is het belangrijkste van onze nieuwe visie dat die juist niet in beton is gegoten”, besluit Pieter. “Modus 2 is een manier om naar elkaar toe te groeien en met elkaar in gesprek te gaan. En samen te verantwoorden waaraan projecten wel en niet moeten voldoen. We zijn dan ook heel benieuwd wat anderen van onze visie vinden. We horen het graag!”